Examples of using "Siete" in a sentence and their dutch translations:
Zijn jullie Amerikaans?
Jullie zijn mooi.
Jullie zijn gevangenen.
Jullie zijn wijs.
Zijn jullie studenten?
- Gij zijt kinderen.
- Jullie zijn kinderen.
Zijn jullie tweeling?
Jullie zijn moe.
- Gij zijt kinderen.
- Jullie zijn kinderen.
Jullie zijn collega's.
- Wie bent u?
- Wie zijn jullie?
Met hoeveel zijn jullie?
Jullie zijn speciaal.
Jullie zijn gestoord.
Zijn jullie het ermee eens?
Jullie zijn goed.
Zijt ge allemaal klaar?
Jullie zijn mijn vrienden.
Jullie zijn studenten, toch?
Jullie zijn Zweeds.
Wanneer zijn jullie geboren?
Jullie zijn niet uitgenodigd.
Waarom zijn jullie aangekleed?
Met hoeveel zijn jullie?
Jullie zijn Duitsers, toch?
Jullie zijn geen honden.
- Jullie loensen.
- U loenst.
Ik weet wie jullie zijn.
Jullie zijn zangers.
Zijn jullie doof?
Ben je er klaar voor?
U bent ziek!
Zijn jullie broers?
Ik weet dat jullie vegetariërs zijn.
- U bent oud.
- Jullie zijn oud.
- Ik weet dat ge rijk zijt.
- Ik weet dat u rijk bent.
- Ik weet dat jullie rijk zijn.
Waar zijn jullie?
Je bent een opportunist.
- Bent u moe?
- Zijn jullie moe?
U bent veranderd.
- U bent vrij.
- Jullie zijn vrij.
Je bent egoïstisch.
Ik weet dat jullie vegetariërs zijn.
Wat zijn jullie toch een vlegels!
- Zijn jullie kwaad op Tom?
- Zijn jullie boos op Tom?
Zijn jullie kwaad op Tom?
OK. Klaar?
Als je blank bent,
Jullie zijn dokters.
- Wat zijn jullie toch een bengels!
- Wat zijn jullie toch een belhamels!
- Je was fantastisch.
- U was fantastisch.
- Jullie waren fantastisch.
- Je was geweldig.
- U was geweldig.
- Jullie waren geweldig.
Je bent gek.
Zijt ge allemaal klaar?
Jullie zijn Duitsers, toch?
Is hij nog steeds hier?
Bent u niet moe?
Zijn jullie nog steeds kwaad?
Je bent eng.
Ben je nieuw?
Bent u Japans?
Je bent resoluut.
U bent werkelijk egoïstisch.
Ben je nerveus?
- Jij bent wijs.
- Je bent wijs.
- U bent wijs.
- Jullie zijn wijs.
Ben je er?
Jullie zijn jochies.
Je raakt snel afgeleid.
Waar kennen jullie elkaar van?
- Je bent gestoord!
- U bent gestoord!
- Jullie zijn gestoord!
Je bent teruggekomen?
Wie bent u?
Ik weet waar jullie zijn.
Jullie zijn idioten.
Jullie zijn allemaal lafbekken.
Ben je vanmiddag vrij?
Zijn jullie gelukkig?
Zijn jullie vrij?
Zijn jullie het eens met Tom?
Ben je doof?
- Verveel je je?
- Verveelt u zich?
- Vervelen jullie je?
Ben je klaar?
U bent veranderd.
- Meen je dat echt?
- Meen je dat serieus?
- Je bent verdikt.
- Je bent dik geworden.
U bent erg ziek.
- Ben je moe?
- Bent u moe?
- Zijn jullie moe?
- Ben je gek?
- Ben je niet goed wijs?