Examples of using "Vennem" in a sentence and their dutch translations:
Ik moest adem gaan halen.
Ik moet postzegels kopen.
Ik moet postzegels kopen.
Dit jaar moet ik een auto kopen.
Ik moet een nieuwe computer kopen.
Ik moet dit weekend een auto kopen.
Ik moet wat geld van de bank halen.
Omdat ik mijn oude jas heb afgedragen moet ik een nieuwe kopen.
Met Kerstmis om de hoek zou ik wat boodschappen moeten doen.