Examples of using "Tanulsz" in a sentence and their dutch translations:
- Studeer je?
- Ben je aan het studeren?
- Studeren jullie?
- Studeert u elke dag?
- Leer je iedere dag?
- Leert u iedere dag?
Studeert u Engels?
Studeer je scheikunde?
Wat studeer je?
Wanneer leer je?
Waarom studeer je?
- Leer je iedere dag?
- Leren jullie iedere dag?
- Leert u iedere dag?
- Waarom leer je Spaans?
- Waarom leert u Spaans?
- Waarom leren jullie Spaans?
Sinds wanneer leer jij Japans?
Studeer of werk je?
Waarom leer je Duits?
Wat studeer je?
Het is niet moeilijk als je studeert.
Je leert iedere dag iets nieuws.
Waarom studeer je?
- Als je niet studeert, zal je het examen niet halen.
- Als je niet studeert, zal je zakken voor het examen.
Als je minder zou praten en meer zou luisteren kun je misschien iets leren.