Examples of using "Perccel" in a sentence and their dutch translations:
- Het is tien voor half elf.
- Het is twintig over tien.
Ik moet mijn horloge twee minuten vooruit zetten.
Hoe laat vertrekt de trein? Om tien voor.
We moesten rennen om onze overstap te halen. Om twee voor half drie kwamen we aan op spoor één, en om één over half zou onze trein vertrekken van spoor achttien.