Examples of using "Három" in a sentence and their dutch translations:
Drie ideeën, drie tegenstellingen.
Ik heb drie kinderen.
- Het is bijna drie uur.
- Het is bijna drie.
Hij heeft drie broers.
- Ik ving drie vissen
- Ik heb drie vissen gevangen.
Bijna drie.
Ze koos drie mooie appels.
Jij hebt drie auto's.
- Het is bijna drie uur.
- Het is bijna drie.
- Je hebt drie katten.
- U heeft drie katten.
- Jullie hebben drie katten.
Ik heb drie uur gewacht.
We hebben drie minuten.
Sindsdien zijn er drie jaar voorbijgegaan.
Ik heb drie jaar in Australië gewoond.
Sindsdien zijn er drie jaar voorbijgegaan.
Ik geef jullie drie tips.
Drie jaar geleden
Hij heeft drie broers.
Ik heb drie camera's.
Hij heeft drie kinderen.
Ik heb drie honden.
We hebben drie uur.
We hebben drie honden.
Het is drie dagen geleden.
Wij hebben drie kinderen.
We hebben drie vliegtuigen.
Hij heeft drie zonen.
Hij heeft drie dochters.
Ik heb drie katten.
Ik heb drie zoons.
Ik heb drie jongere zussen.
Ik spreek drie talen.
Het is kwart voor drie.
- Ik wachtte drie uur.
- Ik heb drie uur gewacht.
Dit gebeurde drie jaar geleden.
- Ge zijt drie uur te laat.
- Je bent drie uur te laat.
Wij hebben drie dochters.
Hij had drie zoons.
Ik heb drie broers.
Drie weken gingen voorbij.
We hebben drie minuten.
Het is drie uur.
Het is kwart over één.
Drie van mijn kinderen zijn overleden.
- Hij ving drie vissen.
- Hij heeft drie vissen gevangen.
Drie ijsjes, alstublieft.
Hij is drie dagen geleden vertrokken.
Ze zijn drie maanden geleden getrouwd.
Je hebt drie katten.
We hebben drie weken.
- Hij is 3 jaar ouder dan zij.
- Hij is drie jaar ouder dan zij.
We hebben minder dan drie uur.
Dat is drie dagen geleden gebeurd.
Hij zat drie jaar in de gevangenis.
Mijn tante heeft drie kinderen.
Op slechts 3 medicijnen
Ik zal binnen drie dagen antwoorden.
Hij is de vader van drie kinderen.
Voor mij stonden er drie wachtenden in de rij.
- Drie maal drie is negen.
- Drie vermenigvuldigd met drie is negen.
Hij stierf 3 dagen daarna.
We zijn daar drie maanden gebleven.
Ober, drie koffies, alstublieft.
Geef mij drie krijtjes.
- Het is bijna drie uur.
- Het is bijna drie.
Hij heeft drie jaar in Kobe gewoond.
Hij dronk drie flessen bier.
Ik heb Tom drie uur geleden gezien.
- Geef ons drie minuten.
- Geeft u ons drie minuten.
Ze zijn drie maanden geleden getrouwd.
Ik woon al drie jaar in Boston.
Hij dronk drie flessen bier.
Ze is drie jaar jonger dan Mary.
- Zes keer drie is achttien.
- Zes maal drie is achttien.
- Zes maal drie is gelijk aan achttien.
Sindsdien zijn er drie jaar voorbijgegaan.
Hij is al drie jaar in Japan.
Drie koffie, graag.
- Hij is 3 jaar ouder dan zij.
- Hij is drie jaar ouder dan zij.
- Ik heb drie vissen gevangen gisteren.
- Ik heb gisteren drie vissen gevangen.
Ze kan drie talen spreken.
Ik woonde drie jaar in Sasayama.
Tom is vader van drie kinderen.
Tom heeft drie honden.
Tom heeft drie dochters.
Tom heeft drie katten.
Tom heeft drie auto's.