Examples of using "Fél" in a sentence and their dutch translations:
Bent u bang?
Jullie zijn bang.
Is Tom bang?
Tom is bang.
- Zij heeft altijd angst.
- Ze is altijd bang.
- Ze is bang dat we de weg kwijt zullen raken.
- Ze is bang dat we de weg zullen kwijtraken.
Welke kant heeft gewonnen?
- Hij heeft schrik om te sterven.
- Hij is bang om te sterven.
Hij is bang voor zijn vader.
Hij is bang voor honden.
- Hij is bang voor de zee.
- Hij is bang van de zee.
Wordt u bang bij griezelfilms?
- Zij heeft altijd angst.
- Ze is altijd bang.
Waar is Tom bang voor?
- Zij is nergens bang voor.
- Ze is nergens bang voor.
Ze is bang voor katten.
Hij is bang fouten te maken.
Hij heeft angst voor slangen.
Het is half vier.
Het is half twee.
We ontbijten om half zeven.
Waarschijnlijk is hij alleen maar bang.
Het meisje heeft schrik van honden.
Ik heb een halve long met fibrose...
Je hebt gedurende een halfuur
Het is net half acht.
Ik ga om half elf slapen.
Het is precies half negen.
We zullen er om half drie zijn.
Ik heb een half dozijn eieren gekocht.
Ik ben over een half uur weer daar.
Wees voor half zeven thuis.
- Tom is bang van spinnen.
- Tom is bang voor spinnen.
We zullen er om half drie zijn.
Iedereen is bang voor de tijd.
Hij is erg bang van honden.
Het is nu 2:30 uur.
Ik neem de trein van tien uur dertig.
Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig.
- Een goed begin is het halve werk.
- Goed begonnen is half gewonnen.
- Het meisje heeft schrik van honden.
- Het meisje is bang voor honden.
Tom heeft angst voor grote honden.
- Zij heeft heel veel schrik van honden.
- Ze is doodsbang voor honden.
We wachten al een half uur op u.
Hij staat met één been in het graf.
Het is bijna half drie.
- Ik ben over een half uur weer daar.
- Ik ben over een half uur terug.
Het ontbijt is om half tien.
Hij is bang om te sterven.
- Het begint niet voor half negen.
- Het zal niet beginnen voor acht uur dertig.
Tom is nergens bang voor.
Sommige mensen zijn bang voor spoken.
Ik moest het voor half drie doen.
De trein vertrekt om half vier.
Gelieve alstublieft dertig minuten te wachten.
Hij begon zijn maaltijd met het drinken van een half glas bier.
Een halve haan met friet, alstublieft.
Ik denk dat Tom bang voor je is.
Dit eekhoorntje heeft hoogtevrees.
Ik heb juist een half zakje vijgen gegeten.
Gedeelde smart is halve smart.
De school begint om half negen in de ochtend.
- Ik ben een half uurtje niet in het hotel.
- Ik ben een half uur van het hotel verwijderd.
- Een schurftig paard vreest de roskam.
- Heldere hemel is niet bang van de bliksem.
Het is 8:30.
Tom heeft om half drie een afspraak bij de tandarts.
Nu zijn dat 20.000 families. Dat is 0,5%.
Ik wil je eraan herinneren dat je om half drie een afspraak hebt.
- Ieder eenzaam mens is eenzaam door zijn angst voor de mensen om hem heen.
- Iedere persoon die alleen is, is dat alleen omdat hij angst voor anderen heeft.
- Een goed begin is het halve werk.
- De eerste klap is een daalder waard.
- Goed begonnen is half gewonnen.
Heel weinig mensen hebben geen angst voor de dood.
Het meisje heeft schrik van honden.
Minder dan een halve eeuw geleden... ...was zoiets onmogelijk geweest.
De kat heeft graag vis, maar van het water heeft ze schrik.
Onze trein vertrekt om half negen.
We moesten rennen om onze overstap te halen. Om twee voor half drie kwamen we aan op spoor één, en om één over half zou onze trein vertrekken van spoor achttien.
Toms eekhoorn is blind, heeft hoogtevrees en is allergisch voor noten. Ik denk niet dat hij het zou overleven zonder Tom.
We kopen een kilo sperziebonen, twee kilo aardappelen, een krop sla, een halve kilo tomaten en twee komkommers.