Examples of using "érkeztünk" in a sentence and their dutch translations:
We zijn uit Duitsland.
We kwamen als eersten aan.
We waren juist op tijd voor de laatste trein.
We moesten rennen om onze overstap te halen. Om twee voor half drie kwamen we aan op spoor één, en om één over half zou onze trein vertrekken van spoor achttien.