Examples of using "Leszünk" in a sentence and their dutch translations:
- Het komt wel goed.
- Het komt wel goed met ons.
Wat gaan we worden?
We zullen er om half drie zijn.
We zullen altijd vrienden zijn.
We zijn waarschijnlijk een paar dagen weg.
We zullen zeer waarschijnlijk enkele dagen weg zijn.
- We moeten de trap nemen.
- We moeten met de trap.
Wanneer zullen we er zijn?
kunnen we leren hoe we ervan kunnen profiteren.
maken ziekenhuizen ons vaak zieker.
Morgen rond deze tijd zijn we in Londen.
We voorzien in de komende jaren een tekort van 125.000 verpleegkundigen.
en we zullen nooit alles weten
We zijn binnen een uur daar.
Daardoor kunnen we wel mikpunt van spot worden,
We kunnen nog het beste doen als die oude vrouw in die grap --