Examples of using "Ismersz" in a sentence and their dutch translations:
- Ken je me?
- Ken je mij?
Je kent iedereen.
- Ken je me?
- Kent u me?
- Ken je mij?
- Kent u mij?
Hoeveel Engelse woorden kent u?
- Ken je me?
- Kent u me?
- Ken je mij?
- Kent u mij?
Ken je iemand in deze stad?
Ken je iemand die zoemt tijdens het werken?
Ken je dokters die Japans spreken?
Ken je een of ander woord of een zin in het Portugees?
Ken jij iemand die niet op Facebook zit?
Ken jij een goede tandarts?
Ken jij een goede tandarts?
Kent gij een goed restaurant voor het middagmaal?
„Welke talen ken jij, Tom?” – „C++ en Java, bovendien ook een beetje PHP. En jij, Maria?” – „Frans, Japans en Hebreeuws.”