Examples of using "Kit" in a sentence and their dutch translations:
- Wie zou dat kunnen schelen?
- Wie zou zich daar druk om maken?
wie demoniseer jij?
Op wie was Tom aan het wachten?
- Wie verwacht je?
- Op wie wacht je?
- Wat maakt het uit?
- Wie kan het wat schelen?
- Wie maalt erom?
- Wie geeft erom?
Raad eens wie ik vandaag zag.
Ken je iemand in deze stad?
Met wie heb ik de eer?
Ik zag je-weet-wel vandaag op de markt.
Of ik een jongen of een meisje ben? Wie maakt dat wat uit?
Wie ben je aan het uitlachen?