Examples of using "Édesanyám" in a sentence and their dutch translations:
Mijn moeder is mooi.
Alice is mijn moeder.
Mijn moeder is secretaresse.
Alice is mijn moeder.
Ik mis mijn moeder haar kookkunsten.
- Ook mijn moeder is lerares.
- Mijn moeder is ook lerares.
Dit is mijn moeder.
- Mijn moeder spreekt traag.
- Mijn moeder spreekt langzaam.
Mijn moeder houdt van muziek.
- Mijn moeder houdt van muziek.
- Mijn moeder is gek op muziek.
Alice is mijn moeder.
Mijn moeder ging heel vroeg van school,
Mijn moeder werkte heel hard
Mijn moeder deed de deur voorzichtig open.
Dit is mijn moeder.
Mijn moeder haat televisiekijken.
Alleen mijn moeder begrijpt me echt.
Mijn moeder is bezig het avondeten te koken.
Daar mijn moeder vandaag ziek is, zal mijn vader koken.