Examples of using "Westen" in a sentence and their dutch translations:
Waar is het westen?
Waar is dus het westen?
- Tom ging naar het westen.
- Tom is naar het westen gegaan.
Van het westelijk front geen nieuws.
We gaan naar het westen.
De wind waait uit het westen.
- Ze gingen naar het westen.
- Ze gingen westwaarts.
De wind waait uit het westen.
De zon gaat in het westen onder.
Dus je denkt dat het westen daar is...
De toren helde een beetje over naar het westen.
Dus je denkt deze kant op, richting de keien.
We moeten naar 't westen om het wrak te vinden.
von Hindenburg en Ludendorff, nemen het commando over in het westen.
Toen ik invloog zag ik een bergrug in het westen...
De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen.
Oost west, thuis best.
- Oost, west, thuis best.
- Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
- Waar ge ook gaat, nergens is het zo mooi als thuis.
- Oost west, thuis best.
Ze is maar zes km naar het Westen... ...maar dit is geen simpele wandeling.
Wat hier moeilijk is, is uitvinden wat noord, oost, zuid en west is.
De Berlijnse Muur werd gebouwd om te voorkomen dat Oost-Duitsers naar het Westen zouden vluchten.
Zelfs als de zon in het westen opkomt zal ik mijn besluit niet veranderen.
Maar laat je niet ontmoedigen. De wildernis is verraderlijk. Nu dat we weten waar het westen ligt...
- Oost, west, thuis best.
- Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
- Oost west, thuis best.