Examples of using "Teenager" in a sentence and their dutch translations:
- Jongeren tussen tien en twintig zijn Gods straf voor seks.
- Tieners zijn Gods straf voor seks.
Gelukkig staat de tiener Harald Hardrada klaar, en Harald was dol op poëzie,
Wat gelukkig voor hem wordt voltooid door een omstander… en de omstander is de tiener