Examples of using "Team" in a sentence and their dutch translations:
Ons team heeft verloren.
Wat een team!
- Welk team zal waarschijnlijk winnen?
- Welke ploeg heeft het meest kans om te winnen?
Elk team heeft nu een idee dat een ander team slecht vond
Onze ploeg heeft twee punten voorsprong.
Welk team heeft de wedstrijd gewonnen?
Ik hoop dat ons team wint.
Welke ploeg heeft het meest kans om te winnen?
Ons team verzamelde menselijke kennis
Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.
Ons team heeft verloren.
Ons team werkte de afgelopen jaren hard
Ik trof er een team zeer competente en toegewijde wetenschappers aan
Een team van 10 van ons vingen er 2000 in een paar dagen.
Hij verliet zijn ploeg omdat hij niet met de trainer overweg kon.
In een situatie als deze kun je niet anders dan om extractie verzoeken.