Examples of using "Sauna" in a sentence and their dutch translations:
Sauna doet goed.
- Ben je in de sauna?
- Bent u in de sauna?
- Zijn jullie in de sauna?
Ze gaat graag naar de sauna.
De sauna is de apotheek van de armen.
Er is een sauna en een zwembad.
In Finland heeft bijna iedereen een sauna in huis.