Examples of using "Rätsel" in a sentence and their dutch translations:
Kunnen jullie dat raadsel oplossen?
Het is een raadsel
Is dat een raadsel?
Het was eeuwenlang een raadsel voor mensen.
Kunnen jullie het raadsel oplossen?
Kan ik stoppen met deze puzzel?"
Het raadsel is eindelijk opgelost!
Het heelal is vol geheimen.
Ik kan dit raadsel niet ontcijferen.
- Ik sta versteld van dit probleem.
- Dit probleem verbijstert me.
De moordzaak is nog steeds een mysterie.
Dit is een van de grootste mysteries in de gehele wetenschap.
Als je dit raadsel oplost, ben je een genie.
Al dit blijft voor mij een raadsel en een wonder.
Ondanks het belang is het nut van de slaap een mysterie.
Een orang-oetang. Wat hij hier op dit tijdstip doet, is een raadsel.
Of Shakespeare dat gedicht geschreven heeft of niet, zal waarschijnlijk een misterie blijven.
Maar er is een zee vol ontdekkingen te verkennen in het holst van de nacht.
Het heelal is vol geheimen.
Elk tijdperk is een sfinx, dat zich in de afgrond gooit, zodra dat iemand zijn raadsel heeft ontcijferd.