Examples of using "Lösen" in a sentence and their dutch translations:
Kunnen jullie dat raadsel oplossen?
Heb je het probleem kunnen oplossen?
Ik probeer dat probleem op te lossen.
- Hij probeerde het probleem op te lossen.
- Hij heeft geprobeerd het probleem op te lossen.
- Hij kon het probleem oplossen.
- Hij was in staat het probleem op te lossen.
Heb je het probleem kunnen oplossen?
Niemand kan dit probleem oplossen.
Kunnen jullie het raadsel oplossen?
Ik probeerde het probleem op te lossen.
Ik heb een heleboel problemen om op te lossen.
- Hij probeerde het probleem op te lossen.
- Hij heeft geprobeerd het probleem op te lossen.
Ik heb een heleboel problemen om op te lossen.
Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.
Hoe ga je dit probleem oplossen?
Hoe kan ik dit probleem oplossen?
Dat probleem moet men snel oplossen.
Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.
Ik heb een heleboel problemen om op te lossen.
Heb je het probleem kunnen oplossen?
Ik probeer het probleem op te lossen.
Hij heeft geprobeerd het probleem op te lossen.
We moeten dit probleem onmiddellijk oplossen.
We moeten hier nu een oplossing voor vinden.
Je moet in je eentje jouw problemen oplossen.
Het probleem lost zich uiteindelijk vanzelf op.
Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.
- Geen enkele leerkracht kon het probleem oplossen.
- Niemand van de leerkrachten heeft het vraagstuk kunnen oplossen.
Hij slaagde erin het probleem op te lossen.
Dick probeerde het probleem tevergeefs op te lossen.
Ik had moeite dit probleem op te lossen.
Ze probeerde dit probleem alleen op te lossen.
Vandaag de dag kan men al deze problemen oplossen.
Ik daag je uit om het probleem op te lossen.
Is het gemakkelijk voor mij om dit probleem op te lossen?
Niemand van zijn studenten kon het vraagstuk oplossen.
- Het probleem was te moeilijk voor mij om op te lossen.
- De vraag was te moeilijk voor mij om op te lossen.
Het is moeilijk voor hem om het probleem op te lossen.
- Ik kan het probleem gemakkelijk oplossen.
- Het is gemakkelijk voor mij om het probleem op te lossen.
Hij hoopte dat het probleem wel zou opgelost geraken.
Met geld alleen kunnen wij dat probleem niet oplossen.
De welpen veroorzaken een stormloop. Recht op haar af.
Met een beetje meer geduld zou je deze puzzel opgelost kunnen hebben.
Dit is de beste manier op dat probleem op te lossen.
Hij heeft getracht het probleem op te lossen, maar hij had geen enkele kans.
Ik weet niet hoe ik deze wiskundige vergelijking kan aantonen.
Ik heb geprobeerd dat probleem op te lossen, maar het ging niet.
Ik was vanochtend in staat om het vraagstuk op te lossen.
Het lijkt erop dat Tom niet bekwaam is om het probleem op te lossen.
Het is duidelijk dat de Amerikanen hun eigen probleem niet eens kunnen oplossen, dus hoe kunnen ze zichzelf bekwaam achten voor het aanpakken van problemen in de rest van de wereld?
...dus ik bewoog naar de oppervlakte en dacht dat ze van mijn hand af zou gaan.
De eerste stap bij het oplossen van een probleem is te beseffen dat dit bestaat.
Dit is de beste manier op dat probleem op te lossen.