Examples of using "Positiv" in a sentence and their dutch translations:
Denk positief!
Denk positief.
positief of negatief,
Tom is positief.
- Blijf positief.
- Blijf optimistisch.
Hielden mensen gezond, opgewekt en positief.
Tom heeft heel positief over je gesproken.
Totale toewijding en positief vooruit blijven lopen.
En het tweede is, blijf altijd doorlopen. Positief doorlopen, ook al heb je er geen zin in.
Dit in tegenstelling tot de 20 tot 30% van de mensen die positief zijn getest op het coronavirus die moeten worden opgenomen in het ziekenhuis.
O-positief is de meestvoorkomende bloedgroep.
- Bent u in de afgelopen 14 dagen in nauw contact geweest met iemand die positief getest is op COVID-19?
- Ben je in de afgelopen 14 dagen in nauw contact geweest met iemand die positief getest is op COVID-19?
Bondskanselier Angela Merkel bevindt zich in quarantaine nadat ze contact heeft gehad met een arts die positief heeft getest op het coronavirus.
De politieke slogan "Finlandisering", die in Duitsland werd bedacht alvorens PISA-studies en Humppa-muziek Finland opnieuw in de belangstelling brachten, heeft in het algemeen geen positieve connotatie.
De zinnen vermenigvuldigen zich als konijnen. Maar het is goed.