Examples of using "Bleibe" in a sentence and their dutch translations:
Blijf alsjeblieft!
Ik blijf.
- Ik blijf in het huis vandaag.
- Ik blijf vandaag thuis.
Ik blijf hier.
Ik blijf daarbij.
- Ik zal vandaag thuisblijven.
- Ik blijf vandaag thuis.
- Blijf positief.
- Blijf optimistisch.
Ik blijf.
Ik blijf liever zitten.
Ik blijf in Italië.
Ik ben liever alleen.
Blijf hier!
Ik blijf thuis.
Ik blijf vandaag thuis.
Ik blijf vandaag thuis.
- Ik zal vandaag thuisblijven.
- Ik blijf vandaag thuis.
Ik blijf hier tot je terugkomt.
Als het regent, blijf ik.
- Blijf met mij in contact.
- Blijft met mij in contact.
Ik blijf hier drie maanden.
Morgen blijf ik thuis.
Ik blijf twee dagen hier.
Ik blijf hier een tijdje.
- Ik zal vandaag thuisblijven.
- Ik blijf vandaag thuis.
Ik blijf momenteel in het hotel.
Ik blijf vandaag thuis.
Ik blijf hier niet lang.
Blijf nieuwsgierig.
Ik blijf hier tot je terugkomt.
- Ik blijf hier tot ge terugkomt.
- Ik blijf hier tot je terugkomt.
Ik blijf nog voor een dag of twee.
Blijf hier en wacht op hem.
Ik zal vandaag thuisblijven.
Maak je geen zorgen. Ik blijf bij je.
- Blijf alsjeblieft staan.
- Blijf alstublieft staan.
Als het regent, blijf ik thuis.
- Ik zal daar tot zes uur blijven.
- Ik blijf daar tot zes uur.
Ik zal hier het hele jaar blijven.
Als het morgen regent, blijf ik thuis.
Ik blijf liever thuis dan dat ik alleen ga.
Blijf erbij!
Ik blijf thuis.
Morgen blijf ik thuis.
Ik ben liever alleen.
Ik blijf liever thuis tv kijken.
Ik mocht bij Tenzing slapen en hij bood me werk.
Ik heb zoveel werk dat ik nog een uur blijf.
Ik heb dat vaak gezegd, en ik blijf erbij.
- Ik zal vandaag thuisblijven.
- Ik blijf vandaag thuis.
Of ik pak de staart en blijf ver van de kop.
Of ik pak de staart en blijf ver van de kop.
Tom, als jij niet gaat, ga ik ook niet.