Examples of using "Orangensaft" in a sentence and their dutch translations:
Sinaasappelsap, alsjeblieft.
Twee glazen sinaasappelsap, alsjeblieft.
Sinaasappelsap of champagne?
- Wil je wat sinaasappelsap?
- Wilt u wat sinaasappelsap?
- Willen jullie wat sinaasappelsap?
Ja, sinaasappelsap, alstublieft.
Ik drink sinaasappelsap.
Ik wil sinaasappelsap.
- Ik zou sinaasappelsap willen hebben.
- Ik had graag appelsiensap.
Het meisje drinkt sinaasappelsap.
Ik zou sinaasappelsap willen hebben.
Tom bestelde sinaasappelsap.
Hoeveel kost het sinaasappelsap?
- "Ja, sinaasappelsap alstublieft," zegt Mike.
- "Ja, sinaasappelsap graag," zegt Mike.
Tom dronk een glas sinaasappelsap.
Ik zou graag sinaasappelsap willen hebben.
- Wil je een glas sinaasappelsap?
- Wilt u een glas sinaasappelsap?
- Willen jullie een glas sinaasappelsap?
Sinaasappelsap geeft mij diarree.
Ik zou graag sinaasappelsap willen alstublieft.
Wij verkopen sinaasappelsap.
Moeder kocht twee flessen sinaasappelsap.
- Ik neem wel wat ontbijtgranen en sinaasappelsap.
- Ik neem wel wat ontbijtgranen en jus d'orange.
- Ik neem wel wat ontbijtgranen en jus.
- Ik neem wat muesli en sinaasappelsap.
Mijn moeder kocht twee flessen sinaasappelsap.
Tom schenkt zichzelf een glas sinaasappelsap in.
- Ik neem wel wat ontbijtgranen en sinaasappelsap.
- Ik neem wel wat ontbijtgranen en jus d'orange.
- Ik neem wel wat ontbijtgranen en jus.
- Ik neem wat muesli en sinaasappelsap.
Tom schonk zichzelf een glas sinaasappelsap in.
Mijn gewoon drankje is appelsap met mineraal water, maar ik hou ook wel van sinaasappelsap.
Tom drinkt 's nachts sinaasappelsap en koffie en 's ochtends wijn of bier.
- Heb je nog graag wat sinaasappelsap?
- Hebt u nog graag wat sinaasappelsap?
- Hebben jullie nog graag wat sinaasappelsap?