Translation of "Nachmittags" in Dutch

Sie lernen nachmittags.

Ze studeren in de namiddag.

Was machst du nachmittags?

Wat doe je 's middags?

- Sie muss nachmittags zum Einkaufen gehen.
- Sie muss nachmittags shoppen gehen.

Zij moet 's middags boodschappen gaan doen.

Vielleicht wird es nachmittags regnen.

Misschien regent het vanmiddag.

Sie hat immer nachmittags Zeit.

- Ze heeft altijd tijd in de namiddag.
- 's Middags heeft ze altijd tijd.

Es ist zwei Uhr nachmittags.

Het is twee uur in de namiddag.

Sie muss nachmittags shoppen gehen.

Zij moet 's middags boodschappen gaan doen.

Es hatte Plüschteppiche und Nachmittags gab es Kunstunterricht

het had een pluche tapijt en 's middags kunstlessen

Ich werde um fünf Uhr nachmittags dort sein.

Ik zal daar om vijf uur ‘s middags zijn.

- Er wird nachmittags kommen.
- Er kommt heute Nachmittag.

- Hij zal deze namiddag komen.
- Hij komt vanmiddag.

- Vielleicht wird es nachmittags regnen.
- Es könnte am Nachmittag regnen.

Misschien regent het vanmiddag.

Wie wäre es mit dem achtundzwanzigsten Februar um drei Uhr nachmittags?

Wat dacht je van 28 februari rond 3 uur 's middags?

- Er kommt mittags.
- Er wird nachmittags kommen.
- Er kommt heute Nachmittag.

- Hij zal deze namiddag komen.
- Hij komt vanmiddag.