Examples of using "Krähe" in a sentence and their dutch translations:
- De kraai vloog weg.
- De kraai is weggevlogen.
De kraai strekte zijn vleugels.
De ene kraai pikt de andere de ogen niet uit.
En het heet de Krákumál, 'The Song of the Crow'.
De ene kraai pikt de andere de ogen niet uit.
Tom schoot nog eens naar de kraai, en miste opnieuw.
Tom schoot nog eens naar de kraai, en miste opnieuw.