Examples of using "Jeans" in a sentence and their dutch translations:
Jeans passen bij alles.
Tom droeg een spijkerbroek en een cowboyhoed.
Ik draag gewoonlijk een jeans op zondag.
Wanneer heb je die spijkerbroek voor het laatst gewassen?
Tom trok zijn spijkerbroek en T-shirt aan.
Vraag haar of ze het gat in je spijkerbroek dichtnaait.
Vele jongeren dragen jeans.
Tom droeg een zwarte spijkerbroek.
Ik draag bijna elke dag een spijkerbroek.