Examples of using "Loch" in a sentence and their dutch translations:
Hij groef een gat.
Delf een diepe put.
Ze graven een put.
Er zit een gat in zijn sok.
De hond was een put aan het graven.
Het is een zwart gat.
Er zit een gat in zijn sok.
Hij is aan de drank.
Er zit een gat in deze sok.
Er zit een gat in mijn jas.
- Er zit een gat in jouw sok.
- Er zit een gat in uw sok.
- Er zit een gat in je sok.
Tom heeft een gat in zijn sok.
Hij zit in dit gat.
Er zit een gat in de emmer.
Hij groef een gat in de tuin.
- Er zit een gat in jouw sok.
- Er zit een gat in je sok.
Eerst moeten we... ...hier een klein gat graven.
- Kijk uit! Daar is een groot gat.
- Pas op! Er is een groot gat daar.
- Pas op! Daar is er een groot gat.
Op elk potje past een deksel.
Haar man drinkt werkelijk als een tempelier.
Er is een zwart gat in het centrum van onze Melkweg.
Zie je dat gat daar? Slangengat.
Ik voel waar het gat heen gaat. O, man.
Een zak met een gat krijg je nooit vol.
Van het gat in de kous weet alleen de schoen.
Zijn oude auto houdt het niet lang meer uit.
Een zak met een gat krijg je nooit vol.
Heb je ooit gehoord van Nessie?
Er is een gigantisch zwart gat in het midden van ons sterrenstelsel.
Vraag haar of ze het gat in je spijkerbroek dichtnaait.
Probeer hem te vangen voor hij het gat in gaat.
Naar het bevroren meer gaan... ...een gat graven en vis vangen.
Ik word altijd een beetje zenuwachtig als ik mijn hand in een gat steek.
Naar het bevroren meer gaan... ...een gat graven en vis vangen.
...om water te halen en het in het gat te gieten... ...om hem eruit te spoelen en te pakken.