Examples of using "Gekannt" in a sentence and their dutch translations:
Kende je Tom goed?
Ik heb Tom nooit gekend.
Tom zei dat hij Maria gekend had.
Ik zou jou nooit hebben leren kennen.
Tom heeft zijn vader nooit gekend.
Je kent haar sinds 1990?
Als u me zo niet kende, dan kende u me überhaupt niet.
Ik weet zeker dat u mijn vader kende.
Kende je hem goed?
Ik weet zeker dat je mijn vader hebt gekend.
Ik weet zeker dat u mijn vader kende.
Wie nooit ongeluk heeft gekend, zal nooit geluk kennen.
Als ik de waarheid had geweten, had ik je die gezegd.
Je kent haar sinds 1990?
Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zo hypocriet was als jij.