Examples of using "Geige" in a sentence and their dutch translations:
Ik speel viool.
Ze speelde viool.
Hebt ge een viool?
Tom speelt nu de viool.
- Hebt ge een viool?
- Heeft u een viool?
Hij speelt goed viool.
- Hebt ge een viool?
- Heeft u een viool?
Ze oefent elke dag op de viool.
Onze nieuwe buurman speelt viool.
Ik speel viool.
Viool, piano en harp zijn muziekinstrumenten.
Toen ik klein was speelde ik viool.
Overigens, speelt gij viool?
Ze speelde viool.
Ik zal voor niemand de tweede viool spelen.
- Als ik herboren zou zijn, zou ik viool willen leren spelen.
- Als ik opnieuw zou worden geboren, zou ik viool willen leren spelen.
Is het waar, dat Midori zo goed viool speelt?
Hij speelt goed viool.
Volgende maand is het vijf jaar dat hij viool leert spelen.
Wat is het verschil tussen een viool en een piano? Een piano brandt langer.