Examples of using "Geht’s" in a sentence and their dutch translations:
Hoe gaat het ermee?
- Hé, hoe gaat het met je?
- Hoi, hoe gaat het?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
Met mij gaat het goed, dank u.
Dag Georges. Hoe gaat het?
Hoe gaat het met je gezin?
Nou, laten we gaan.
Goedenavond, hoe maakt u het?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe staan de zaken?
Hallo John! Hoe gaat het?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe gaat het met u?
- Hoe maak je het?
- Hoe is het ermee?
- Hoe gaat het met jullie?
"Hoe gaat het, Mike?" "Ik heet Tom."
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe gaat het met u?
- Hoe gaat het met jullie?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe maak je het?
- Hoe gaat het?
- Alles goed?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe gaat het met u?
- Hoe gaat het met jullie?
Hoi, Bill. Hoe gaat het?
Hé, hoe gaat het met je?
Goeienavond, hoe gaat het ermee?
- Hoe is het met uw familie?
- Hoe gaat het met je gezin?
- Met mij gaat het goed, dank u.
- Ik ben oké, dank je.
- Ik ben in orde, dank je.
Ben je oké?
"Afvallen in slechts twee weken - zo gaat het!" - met deze woorden lokt Toms nieuwste adviseur.
Hallo John! Hoe gaat het?
- Goedenavond, hoe maakt u het?
- Goeienavond, hoe gaat het ermee?
- Hoe is het met uw familie?
- Hoe gaat het met je gezin?
- Gaat het goed met jullie?
- Gaat het goed met je?
- Gaat het goed met u?