Examples of using "Fixieren" in a sentence and their dutch translations:
en hielden het zo onder de grond.
Daarmee pinnen we zijn kop vast.
Daarmee pinnen we zijn kop vast.
Daarmee pinnen we zijn kop vast.
Daarmee pinnen we zijn kop vast.
Dus je wilt dat ik de stok gebruik om zijn kop vast te pinnen?
We hebben de stok, we pinnen hem vast.
Dus je wilt dat ik de stok gebruik om zijn kop vast te pinnen?
Dus je wilt dat ik de stok gebruik om zijn kop vast te pinnen?
Pakken we hem bij de staart of pinnen we zijn kop vast?
We hebben de stok, we pinnen hem vast.
Dat was slim om hem vast te pinnen met de staaf.
Pakken we hem bij de staart of pinnen we zijn kop vast?
We hebben de stok, we pinnen hem vast.
Dat was slim om hem vast te pinnen met de staaf.
Pakken we hem bij de staart of pinnen we zijn kop vast?
Dat was slim om hem vast te pinnen met de staaf.
Pakken we hem bij de staart of pinnen we zijn kop vast?
Pakken we hem bij de staart of pinnen we zijn kop vast?
Dat was slim om hem vast te pinnen met de staaf.
Pakken we hem bij de staart of pinnen we zijn kop vast?
Pakken we hem bij de staart of pinnen we zijn kop vast?
Pakken we hem bij de staart of pinnen we zijn kop vast?
Pakken we hem bij de staart of pinnen we zijn kop vast?
Dus je wilt dat ik de stok gebruik om zijn kop vast te pinnen?
We hebben de stok, we pinnen hem vast. Hebbes.
We hebben de stok, we pinnen hem vast. Hebbes.
Dat kan op twee manieren. Met de stok. Daarmee pinnen we zijn kop vast.
Goed werk. Goed gedaan. Dat was slim om hem vast te pinnen met de staaf.