Examples of using "Drachen" in a sentence and their dutch translations:
- Een draak is een schepsel van fantasie.
- Een draak is een fantasiedier.
Hier zijn draken.
Draken zijn fictieve wezens.
Waar zijn mijn draken?
Zijn draken echt?
- Laten we vliegers oplaten.
- Laten we gaan vliegeren.
De kinderen waren aan het vliegeren.
Laten we een vlieger oplaten.
De prins slachtte de draak af.
Een vlieger oplaten kan gevaarlijk zijn.
Boven de boom hangt een vlieger.
Tom maakte de draad vast aan de vlieger.
Dit gebied heet het Land van Draken...
Nooit met een draak omgaan en nooit een elf vertrouwen!
Iemand heeft draad van mijn vlieger afgeknipt.
Eigenlijk wilde ik een jonkvrouw zijn in een toren die bewaakt wordt door zeven draken, en dan zou een prins op een wit paard alle draken hun kop afhakken en mij bevrijden.
Zijn eigen verhaal zegt dat hij de zoon was van een Zweedse koning en een draak versloeg ...
Het dozijn dierentekens in de Chinese dierenriem komen van de elf soorten dieren die in de natuur voorkomen: de rat, de stier, de tijger, de haas, de slang, het paard, het lam, de aap, de haan, de hond, en het varken - en de mythische draak; ze worden gebruikt als een kalender.