Examples of using "Demselben" in a sentence and their dutch translations:
Ze komen uit hetzelfde land.
We wonen allemaal in hetzelfde studentenhuis.
We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.
"Zien we elkaar volgende week vrijdag terug in het hetzelfde café?" - "Goed."
We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.
We zijn op dezelfde dag geboren.
We leven allemaal onder dezelfde hemel, maar we hebben niet allemaal dezelfde horizon.
Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten.