Examples of using "Befindet" in a sentence and their dutch translations:
Het is boven.
Wat is er daar?
Waar is uw huis?
Het gebouw is op het moment in aanbouw.
De wolkenkrabber bevindt zich in het midden van de stad.
Waar is de Zweedse ambassade?
Waar is het dichtstbijzijnde reisbureau?
Waar is de dichtstbijzijnde telefooncel?
Waar is de Mexicaanse ambassade?
De Space Needle bevindt zich in Seattle.
Het probleem zit in de motor.
De brug is in aanbouw.
Is de bioscoop dicht bij het station?
Wat zit er in deze doos?
Er ligt een lijk in de achterbak van de auto.
Deze stad ligt in Frankrijk.
Hij is in de keuken.
Er zit iets in jouw haar.
- De herentoiletten bevinden zich op de tweede verdieping.
- De herentoiletten bevinden zich op de eerste verdieping.
Ligt het hotel dicht bij het vliegveld?
Het eiland ligt ten westen van Japan.
Uw boek ligt op de schrijftafel.
Het toilet bevindt zich achter de trap.
Het hart bevindt zich in de borst.
- De bank bevindt zich naast het postkantoor.
- De bank ligt naast het postkantoor.
De herentoiletten bevinden zich op de eerste verdieping.
Je horloge ligt op het bureau.
Zijn kantoor bevindt zich in het stadscentrum.
Voor mijn huis bevindt zich een boekhandel.
Waar is het dichtstbijzijnde metrostation?
Duitsland bevindt zich in het midden van Europa.
De weg is in slechte staat.
Het station bevindt zich ten westen van het hotel.
De uitgang bevindt zich ook op de benedenverdieping.
Waar is het dichtstbijzijnde reisbureau?
Hij bevindt zich nu in een heel moeilijke situatie.
Waar is het dichtstbijzijnde metrostation?
Mijn kantoor bevindt zich op de vijfde verdieping.
Er ligt één boek op tafel.
Zijn kantoor bevindt zich in het stadscentrum.
De dierentuin bevindt zich in het oostelijke deel van de stad.
De herentoiletten bevinden zich op de tweede verdieping.
Waar is het dichtstbijzijnde metrostation?
Hij bevindt zich nu in een heel moeilijke situatie.
Onze school is dicht bij het station.
Mijn huis is dicht bij het park.
Het stadhuis bevindt zich in het centrum van de stad.
- De school bevindt zich te voet op vijf minuten van het station.
- De school bevindt zich op minder dan vijf minuten lopen van het station.
Waar is Tom nu?
Cosmetische stamceltherapie staat nog in de kinderschoenen.
Waar is de uitgang?
Mijn huis staat aan de westelijke kant van de weg.
Dat eiland bevindt zich op vijf kilometer van de kust.
Die auto verkeert ongetwijfeld in een afschuwelijke toestand.
Het werk is in een zeer gevorderd stadium.
Dublin ligt in Ierland.
De grootste telescoop ter wereld staat op de Canarische Eilanden.
Mijn neef, die advocaat is, is momenteel in Frankrijk.
...die benieuwd is wat er precies in de rugzak van deze bezoeker zit.
De tweede grootste Esperantobibliotheek in de wereld is gevestigd in Aalen / Duitsland.
Er is een gigantisch zwart gat in het midden van ons sterrenstelsel.
In de Verenigde Staten is er in elke stad een bibliotheek.
Het grootste meer van Zuid-Amerika, het Titicacameer, ligt in Peru.
De geboorteplaats van mijn moeder ligt in het oosten van het land.
Waar is de dichtstbijzijnde bank?
Het vliegtuig is onderweg van Tokio naar Italië.