Examples of using "Bau" in a sentence and their dutch translations:
De brug is nog steeds in aanbouw.
Het gebouw is op het moment in aanbouw.
Er is een nieuwe school in aanbouw.
De brug is in aanbouw.
De brug is nog steeds in aanbouw.
De aanleg van een autoweg zal bijdragen aan de groei van de voorsteden.
Maar het kost veel werk. Wat gaan we doen?
Maar het kost veel werk. Wat gaan we doen?
De bouw van de Grote Muur begon in de vijfde eeuw voor Christus.
Er is een nieuwe school in aanbouw.
De brug is in aanbouw.
De bouw van de kathedraal duurde vier jaar.
Toms vader zit in de gevangenis.
In Nederland is het de gewoonte dat, wanneer bij de bouw van een huis het hoogste punt bereikt is en de dakpannen gelegd kunnen worden, de opdrachtgever de bouwvakkers op zogenaamd "pannenbier" trakteert om dit te vieren. Er wordt dan een vlag in de nok van het huis geplaatst. Is de opdrachtgever te gierig om te trakteren, dan wordt geen vlag, maar een bezem geplaatst.