Examples of using "Drüben" in a sentence and their dutch translations:
Die van jou is daar.
- Daarginds!
- Daarheen!
We zijn aan de andere kant.
- Je koffers staan daar.
- Jullie koffers staan daar.
Ik bedoel, kijk daar.
Hij is daar aan het spelen.
Mijn kleren zijn er.
Kunnen we daarheen gaan?
De luchthaven is daar.
- Zet het daar maar neer.
- Leg het daar maar neer.
- Plaats het daar.
Toms huis is daarginds.
Wat is er daar?
...naar die oase in de verte.
"Waar staat je huis?" "Daarzo."
De kleedkamer daar is open.
Wie is die vent daar?
als Engelsman spreken we daarginds!
Tom zit daar aan die tafel.
- Hij is daar aan het spelen.
- Hij is ginds aan het spelen.
Wie is die man die daar staat?
Kijk naar het grote gebouw daar.
Wie is die vrouw die daar staat?
Zie je het grote witte gebouw daar?
De jongen die aan deze kant staat is mijn zoon.
De vrouw die daar zit, is zijn huidige vrouw.
Zie je die wolk daarginds die haast op een kameel lijkt?
De Opel Corsa daar is van mijn schoonvader, en de Insignia daarginds is van mij.
Laten we vanaf hier het terrein overzien. Het wrak zou hier moeten liggen.
Het gebouw dat je daar ziet is een autofabriek.
De vrouw die daar zit, is zijn huidige vrouw.
Het is onmenselijk hoe de Duitsers hun werkwoorden in stukken snijden. Een werkwoord heeft het in deze wereld al moeilijk genoeg om in één stuk te blijven. Het is ronduit barbaars om het te splitsen. Maar dat is precies wat die Duitsers doen. Ze nemen een deel van een werkwoord en leggen het hier neer, als een staak, nemen vervolgens het andere deel van het werkwoord en leggen het, als een andere staak, ginder aan de overkant en tussen die twee limieten scheppen ze nog maar een hoop Duits.