Translation of "Ablenken" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Ablenken" in a sentence and their dutch translations:

Nichts wird uns ablenken.

Niets zal afleiden.

Aber er lässt sich ablenken.

Maar hij raakt snel afgeleid.

Du lässt dich leicht ablenken.

Je raakt snel afgeleid.

Lass nichts mehr uns ablenken.

Laat niets anders ons afleiden.

Lassen Sie sich nicht von den andersfarbigen ablenken.

en laat je niet afleiden door de niet-rode taken.

...dass die Liebe jemanden von einer nahenden Gefahr ablenken kann.

...hoe het mogelijk is... ...dat liefde je afleidt van de gevaren om je heen.