Examples of using "Refusa" in a sentence and their dutch translations:
- Ze weigerde.
- Zij weigerde.
- Ze heeft geweigerd.
- Zij heeft geweigerd.
Ze heeft mijn aanbod afgeslagen.
Ze wees het voorstel af.
Tom weigerde.
Ze weigerde er meer over te zeggen.
- Tom weigerde.
- Tom heeft geweigerd.
- Tom zei nee.
- De soldaat weigerde het gevecht.
- De soldaat weigerde de strijd.
Hij weigerde commentaar te geven.
Tom zei nee.
Het paard stopte en weigerde verder te gaan.
Ze heeft mijn aanbod afgeslagen.
Hij weigerde te betalen.
Zij weigerde te betalen.
Ze weigerde mij te helpen.
Hij ontkende het.
Maar toen Napoleon Bernadotte vroeg om zijn staatsgreep van 18 Brumaire te steunen, weigerde hij,
Het paard stopte en weigerde verder te gaan.