Examples of using "Pirate" in a sentence and their dutch translations:
Tom is een piraat.
- Tom draagt een piratenpak.
- Tom draagt een piratenkostuum.
Maria droeg een piratenkostuum.
Tom droeg een piratenkostuum.
Toms betovergrootvader was een piraat.
Aan boord gaan van een piratenschip kan levensgevaarlijk voor je zijn.
Het is onwaarschijnlijk dat een hacker in onze website zou kunnen raken.
Mijn grootvader was een piraat, een schattenjager.