Translation of "Permis" in Dutch

- Ton permis de conduire est expiré.
- Votre permis de conduire est expiré.
- Ton permis de conduire a expiré.
- Votre permis de conduire a expiré.

Uw rijbewijs is verlopen.

J'ai raté le permis.

Ik ben gezakt voor mijn rijexamen.

Cela n'est pas permis.

Dat mag niet.

- Disposez-vous d'un permis de chasse ?
- Disposes-tu d'un permis de chasse ?

- Heb je een jachtvergunning?
- Hebt u een jachtvergunning?

- Votre permis de conduire est expiré.
- Votre permis de conduire a expiré.

Uw rijbewijs is verlopen.

- Tu as ton permis de conduire ?
- As-tu ton permis de conduire ?

Heb je je rijbewijs?

Il m'a permis de rester.

Tenzing hield me hier.

Il est permis de fumer.

Roken is toegestaan.

Qui lui a permis d'entrer ?

Wie heeft haar binnengelaten?

Voici mon permis de conduire.

Hier is mijn rijbewijs.

- Elle n'a pas de permis de conduire.
- Elle n'a pas le permis de conduire.

Ze heeft geen rijbewijs.

Pour conduire, il faut un permis.

Om te mogen rijden heb je een rijbewijs nodig.

Votre permis de conduire est expiré.

- Uw rijbewijs is niet meer geldig.
- Uw rijbewijs is verlopen.

Disposez-vous d'un permis de chasse ?

- Heb je een jachtvergunning?
- Hebt u een jachtvergunning?

Dormir en classe n'est pas permis.

- Slapen in de klas is niet toegestaan.
- Slapen in de klas mag niet.

Tom a un permis de conduire.

Tom heeft een rijbewijs.

- Puis-je voir votre permis de conduire, Monsieur ?
- Monsieur, puis-je voir votre permis de conduire ?

Mijnheer, mag ik uw rijbewijs zien?

Pourrais-je voir votre permis de conduire ?

- Mag ik uw rijbewijs zien?
- Laat me je rijbewijs zien, alsjeblieft.
- Laat me alstublieft je rijbewijs zien.

N'as-tu pas le permis de conduire ?

Heb je geen rijbewijs?

Veuillez me montrer votre permis de conduire.

- Toon mij uw rijbewijs alstublieft.
- Laat me je rijbewijs zien, alsjeblieft.

Elle n'a pas de permis de conduire.

Ze heeft geen rijbewijs.

Mon permis de conduire expire la semaine prochaine.

Mijn rijbewijs vervalt volgende week.

- Me permettez-vous ?
- Puis-je ?
- M'est-il permis ?

- Mag ik?
- Kan ik?

Ce gamin est rusé comme c'est pas permis.

Dat kind is onuitstaanbaar bijdehand.

- La police a confisqué le permis de conduire de Dan.
- La police confisqua le permis de conduire de Dan.

De politie nam Dan zijn rijbewijs in beslag.

Qu'on ne m'avait pas permis de déposer la demande.

"Ze laten me geen aanvraag indienen."

Maréchal Murat qui auraient permis à l'ennemi de s'échapper.

maarschalk Murat te negeren die de vijand zouden hebben laten ontsnappen.

Mon père ne m'a pas permis d'étudier aux USA.

Mijn vader stond mij niet toe in de VS te studeren.

Le mois dernier, j'ai prolongé mon permis de conduire.

Afgelopen maand heb ik mijn rijbewijs verlengd.

Montrez-moi votre permis de conduire s'il vous plait.

- Laat me je rijbewijs zien, alsjeblieft.
- Laat me alstublieft je rijbewijs zien.

- Puis-je ?
- Ai-je la permission ?
- M'est-il permis ?

- Mag ik?
- Kan ik?

- Qui lui a permis d'entrer ?
- Qui l'a autorisée à entrer ?

Wie heeft haar binnengelaten?

Un jour, ils vont te prendre ton permis de conduire.

Op een dag zullen ze je rijbewijs afnemen.

- Maintenant que vous êtes majeur, vous pouvez obtenir votre permis de conduire.
- Maintenant que tu es majeur, tu peux obtenir ton permis de conduire.
- Comme tu as dix-huit ans, tu peux obtenir ton permis de conduire.

Nu je achttien bent, mag je je rijbewijs halen.

Qui a permis à la Terre d'avoir une inclinaison axiale stable

en dat gaf de Aarde zowel een stabiele schuine aardas

Le mariage homosexuel est permis dans moins de 20% des pays.

Het homohuwelijk is toegestaan ​​in minder dan 20% van de landen.

Il se pourrait que Tom n'ait pas de permis de conduire.

Het zou kunnen dat Tom geen rijbewijs heeft.

Aurait permis de dénoncer, par exemple, l'entreprise de la Silicon Valley Theranos

dan was Theranos uit Silicon Valley sneller tegen de lamp gelopen

Tous furent épatés qu'il eût réussi à l'examen du permis de conduire.

Iedereen was verwonderd dat hij geslaagd was in het rijexamen.

Mon permis de conduire expire à la fin de ce mois-ci.

Mijn rijbewijs verloopt eind deze maand.

Ma mère a son permis de conduire, mais elle ne conduit pas.

Mijn moeder heeft een rijbewijs, maar ze rijdt geen auto.

- Tout est possible ici.
- Tout se passe ici.
- Ici, tout est permis.

- Alles mag hier.
- Alles is hier toegestaan.

- Je pense que tu n'auras guère de difficulté à obtenir un permis de conduire.
- Je pense que vous n'aurez guère de difficulté à obtenir un permis de conduire.

Ik denk dat het voor u niet moeilijk zal zijn om een rijbewijs te halen.

Et ils ont permis à M. Ruiz de déposer sa demande d’aide sociale.

en ze moesten meneer Ruiz een aanvraag voor een uitkering laten invullen.

Vous ait tous permis de vous asseoir sur ses genoux pendant quelques jours. »

jullie enkele dagen toeliet om in haar schoot te zitten."

J'ai appris à conduire quand j'avais 18 ans et j'ai eu mon permis.

Ik leerde autorijden en haalde een rijbewijs toen ik achttien was.

Les 12 heures gagnées ont permis aux Prussiens de constituer une armée à Sombreffe.

De meer dan 12 uur gewonnen lieten de Pruisen toe om een ​​leger op te werpen bij Sombreffe.

Le permis de conduire peut être obtenu à partir de l'âge de 18 ans.

Rijbewijzen kunnen worden verkregen vanaf de leeftijd van 18 jaar.

- Ai-je la permission ?
- Suis-je autorisé ?
- Suis-je autorisée ?
- Ai-je un permis ?

Heb ik toestemming?

Il a réussi à obtenir son permis de conduire bien qu'il fut un mauvais conducteur.

Hij slaagde erin zijn rijexamen te halen hoewel hij een slechte chauffeur was.

- Suis-je autorisé à utiliser ceci ?
- M'est-il permis d'utiliser ceci ?
- Suis-je autorisée à utiliser ceci ?

Mag ik dit gebruiken?

Vous m'avez bien aidé dans cette aventure, et vos choix nous ont permis de survivre et de trouver l'antivenin.

Je was een goede partner. Je beslissingen hebben ons veilig gehouden en het tegengif helpen vinden.