Translation of "Passeport" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Passeport" in a sentence and their dutch translations:

J'ai un passeport.

Ik heb een paspoort.

N'oublie pas ton passeport.

Vergeet jullie paspoort niet.

Où est ton passeport ?

Waar is je reispas?

On m'a volé mon passeport.

Iemand heeft mijn paspoort gestolen.

Veuillez me montrer votre passeport.

Uw paspoort, alstublieft.

Merci de me montrer votre passeport.

Toon mij het paspoort, alstublieft.

- Si je trouve ton passeport, je t'appellerai.
- Si je trouve votre passeport, je vous appellerai.

Als ik je paspoort vind, zal ik je roepen.

Si je trouve ton passeport, je t'appellerai.

Als ik je paspoort vind, zal ik je roepen.

Il manque mon portefeuille et mon passeport.

Mijn paspoort en portemonnee zijn weg.

Puis-je voir votre passeport s'il vous plait ?

Mag ik uw paspoort, alstublieft?

Il me faut votre passeport et trois photos.

Ik heb uw paspoort en drie foto's nodig.

Son passeport néerlandais lui permettait de voyager facilement.

Met zijn Nederlandse paspoort kon hij gemakkelijk reizen.

- En général, il faut un passeport pour partir à l'étranger.
- Pour voyager à l'étranger, on a habituellement besoin d'un passeport.

Om naar het buitenland te reizen heeft men meestal een internationaal paspoort nodig.

- Tom et Manon m'ont dit qu'ils n'avaient pas de passeport.
- Tom et Manon me dirent qu'ils n'avaient pas de passeport.

Tom en Mary vertelden me dat zij geen paspoort hadden.

Voulez-vous me montrer votre passeport, s'il vous plait ?

Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft?

Un passeport est quelque chose d'indispensable quand on va dans un pays étranger.

Een paspoort is iets onmisbaars als men naar het buitenland gaat.

Je viens juste de renouveler mon passeport, il est donc valable pour dix années encore.

Ik heb zojuist mijn paspoort verlengd, dus ik kan er weer tien jaar mee verder.

Un passeport t'identifie comme citoyen d'un pays et te permet de voyager dans des pays étrangers.

Een paspoort identificeert je als een burger van een land en stelt je in staat om naar het buitenland te reizen.

Quand on commence à ressembler à la photo de son passeport, on devrait partir en vacances.

Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.

Le passeport du président des États-Unis est noir, et non pas bleu comme celui d'un citoyen ordinaire.

Het paspoort van de president van de Verenigde Staten is zwart, niet blauw zoals dat van een gewone burger.