Translation of "Paraître" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Paraître" in a sentence and their dutch translations:

- Tom essaya de paraître calme.
- Tom essayait de paraître calme.

Tom probeerde er kalm uit te zien.

Sa réponse peut paraître disproportionnée

Hij leek misschien wat overdreven dramatisch,

Cela peut donc paraître une contradiction

Dus het lijkt een tegenstelling

Ils peuvent paraître épineux ou lisses.

Ze kunnen er stekelig uitzien en glad.

L'histoire peut paraître étrange, mais elle est véridique.

Het verhaal kan eigenaardig klinken, maar het is waar.

- Ça vient de sortir.
- Ça vient de paraître.
- Il vient de s'avouer homo.

- Het is net bekend geworden.
- Hij is net verschenen.
- Het is net verschenen.
- Hij is net uitgegeven.

Si tu changeais ta coupe de cheveux, tu pourrais paraître dix ans plus jeune.

Als je je kapsel zou veranderen, dan zou je er tien jaar jonger kunnen uitzien.

Les populations de la Chine et de l'Inde font paraître les autres états comme des nains.

De populaties van China en India laten de andere naties als dwergen verschijnen.

Il y a du mérite, même chez le législateur atteint d'arriération mentale. Il pose les questions que tout le monde a peur de poser de peur de paraître simple.

Er is ook verdienste in de zwakbegaafde wetgever. Hij stelt de vragen die iedereen bang is om te stellen uit angst dat ze eenvoudig lijken.

Les privilégiés prendront toujours le risque de courir à leur propre perte plutôt que de renoncer à une partie matérielle de leur privilège. La myopie intellectuelle, souvent appelée stupidité, y est sans doute pour quelque chose. Mais les privilégiés ont aussi le sentiment que leurs privilèges, aussi flagrants qu'ils puissent paraître aux autres, sont un droit solennel, fondamental, donné par Dieu. La sensibilité des pauvres à l'injustice est une chose triviale comparée à celle des riches.

Bevoorrechte mensen zullen altijd hun volledige vernietiging riskeren in plaats van een stoffelijk deel van hun voorrecht af te staan. De intellectuele kortzichtigheid, vaak domheid genoemd, is ongetwijfeld een reden. Maar de bevoorrechten hebben ook het gevoel dat hun voorrechten, hoe schandelijk ze ook mogen lijken voor anderen, een plechtig, fundamenteel, door God gegeven recht zijn. De gevoeligheid van de armen voor onrechtvaardigheid is onbeduidend in vergelijking met die van de rijken.