Examples of using "Magnifique" in a sentence and their dutch translations:
Prachtig.
Dat was ontzettend mooi.
Zo prachtig!
- Het is schitterend.
- Het is geweldig.
- Het is prachtig.
Amsterdam is geweldig!
Je ziet er fantastisch uit.
Prachtig.
- Je bent prachtig!
- Je bent schitterend!
- Je bent beeldschoon!
Maria is prachtig.
- Wat een prachtig doel!
- Wat een geweldig doel!
- Je hebt een prachtige stem.
- Jullie hebben een prachtige stem.
Ze is een fantastische echtgenote.
Het weer was prachtig.
Mooi begin.
Dat lijkt me prachtig!
Dat is een geweldig idee.
Deze tuin is prachtig.
- Deze zang is prachtig.
- Dit lied is prachtig.
Het is geweldig.
Deze roos is prachtig.
Deze kleuring is prachtig.
Deze amfora is prachtig.
- Uw decoratie is prachtig.
- Uw versiering is prachtig.
Deze baai is prachtig.
Deze libel is prachtig.
Californië is prachtig.
Het is prachtig.
- Lekker weertje hè?
- Mooi weer, toch?
Mooi weer, toch?
- Goed zo!
- Wat fijn!
- Dat is goed!
Boston is een geweldige stad.
Zij is mooi.
- Het is heel mooi.
- Het is fantastisch.
- Het is schitterend.
- Het is prachtig.
Mooi weer, toch?
Amerika is prachtig.
Toms muziek is prachtig.
Slowakije is een mooi land.
- Deze bril is mooi.
- Deze brillen zijn mooi.
tot een prachtige 3D-camouflage.
De koninklijke bruiloft was een prachtige gebeurtenis.
- Dat klinkt mooi.
- Dat klinkt prachtig.
Het feest was helemaal niet mooi.
- Zij is zeer mooi.
- Ze is erg knap.
Dit kasteel is mooi.
Hij heeft een mooie woning voor Mary gevonden.
of een restaurant op een boot met een schitterend uitzicht.
- Je ziet er fantastisch uit.
- Je bent geweldig.
- Je ziet er geweldig uit.
- Je bent fantastisch.
Hun kleur, textuur, patroon, huid aanpassen. Het is prachtig.
- Dat is een geweldig idee.
- Het is een uitstekend idee.
Tel Aviv is een mooie stad.
Slowakije is een mooi land.
Je bent echt geweldig.
en dat je ophoudt te geloven in stralende, perfecte gezondheid
- Je bent prachtig!
- Je bent schitterend!
- Je bent beeldschoon!
- Fantastisch!
- Geweldig!
- Goed zo!
- Briljant!
- Wonderbaarlijk!
- Uitstekend!
- Prima!
- Prachtig.
- Goed!
- Goed dan!
- Het is heel mooi.
- Wat fijn!
- Het is fantastisch.
- Het is schitterend.
- Het is geweldig.
- Het is prachtig.
- Hoe geweldig!
- Heel goed!