Examples of using "Habitude" in a sentence and their dutch translations:
Roken is een slechte gewoonte.
- Tussen de maaltijden door eten is een slechte gewoonte.
- Snacken is een slechte gewoonte.
De laatste gewoonte waarover ik het zal hebben
- Ik was gewend om bier te drinken.
- Ik dronk gewoonlijk bier.
Tussen de maaltijden door eten is een slechte gewoonte.
Hij krabde aan zijn hoofd, zoals hij gewoon was.
Ze groette hem vrolijk, zoals ze altijd deed.
Liegen is een heel slechte gewoonte.
Ze heeft de gewoonte om oude brieven te bewaren.
Ze was te laat, zoals gewoonlijk.
- Tom at vroeger veel vlees.
- Tom at voorheen veel vlees.
Van een vastgeroeste slechte gewoonte komt men maar moeilijk weer af.
Hij legde de sleutel op de tafel, zoals hij gewend was.
Zoals wel vaker het geval is, was Mike deze namiddag te laat op de afspraak.
Tom had vroeger de gewoonte om veel vlees te eten.
- Mijn grootvader heeft mij geleerd een appeltje voor de dorst te bewaren.
- Mijn grootvader heeft mij de goede gewoonte geleerd, geld opzij te leggen voor kwade dagen.
Normaal hou ik een dagboek bij als ik op reis ga.