Examples of using "Fantastique" in a sentence and their dutch translations:
En het moment was geweldig.
IJsland was fantastisch.
Je bent geweldig!
Tom is fantastisch.
- Fantastisch!
- Geweldig!
- Dat is geweldig!
- Briljant!
- Wonderbaarlijk!
- Prima!
- Prachtig.
- Dat is prima!
- Je was fantastisch.
- U was fantastisch.
- Jullie waren fantastisch.
Fantastisch, nietwaar?
- De film is fantastisch.
- De film is geweldig.
Boston is een geweldige stad.
Tom heeft een prachtig lichaam.
Mary heeft een prachtig lichaam.
Dit is geweldig.
Vanop de berg Fuji heeft men een prachtig uitzicht.