Examples of using "étiez" in a sentence and their dutch translations:
Jullie waren traag.
U was gelukkig.
- Waren jullie bezig?
- Was u bezig?
- Waar waren jullie?
- Waar zaten jullie?
- Waar hebben jullie gezeten?
Waren jullie moe?
Jullie waren sterk.
Jullie waren jaloers.
Jullie waren traag.
Waren jullie uitgenodigd?
Jullie waren sterk.
Meenden jullie dat?
Waar waren jullie?
Was u bezig?
Was u uitgenodigd?
Jullie waren behulpzaam.
- Je was behulpzaam.
- U was behulpzaam.
Was je oprecht?
- Je was behulpzaam.
- U was behulpzaam.
- Jullie waren behulpzaam.
Was je gelukkig?
- U was in gevaar.
- Jullie waren in gevaar.
U zweette.
- Je was gelukkig.
- Jullie waren gelukkig.
- U was gelukkig.
- Waren jullie bezig?
- Was je bezig?
- Was u bezig?
Bent u ooit naar Canada geweest?
- Ben je al eens in Parijs geweest?
- Ben je ooit in Parijs geweest?
Waar was u deze week?
Waarom was je gisteren afwezig?
Jullie waren jaloers.
Was u de hele nacht hier?
- Was je daar?
- Was u daar?
Waart gij gisteravond thuis?
- Je was verlegen.
- U was verlegen.
- Jullie waren verlegen.
Ik dacht dat je gewond was.
- Was je uitgenodigd?
- Was u uitgenodigd?
- Waren jullie uitgenodigd?
Was u vorige maand in Amerika?
Je zei dat je gelukkig was.
de mensen die er in 2018 waren.
Facebook, je maakte een historische misstap hierin.
- Waar ben je gisteren geweest?
- Waar was je gisteren?
- Waar was je toch?
- Waar waart ge toch?
Was je gisterenmiddag in de bibliotheek?
Was u bij het concert?
- Je was in gevaar.
- U was in gevaar.
- Jullie waren in gevaar.
- Waarom was je daar?
- Waarom was u daar?
- Waarom waren jullie daar?
- U zat in de taxi, nietwaar?
- Jullie zaten in de taxi, nietwaar?
- Ik dacht dat u gewond was.
- Ik dacht dat je gewond was.
Je was jaloers, nietwaar?
Wat zoudt ge doen in mijn plaats?
Ik weet dat jullie vorige zomer in Boston waren.
Waar was u op de avond van de twintigste oktober?
Jij en Tom waren vrienden. Wat is er gebeurd?
Hebt u bessen geplukt toen u jong was?
Het schoot me binnen dat u mijn broer was.
- Je was fantastisch.
- U was fantastisch.
- Jullie waren fantastisch.
- Je was jaloers.
- Jullie waren jaloers.
Waar hadden jullie het over?
- Waar was u deze week?
- Waar was je deze week?
We weten waar je geweest bent.
En toen je daar was, heb je er een foto van gemaakt?
Jullie waren nutteloos.
Doe niet alsof je verrast bent.
Wat als je de volgende keer op een geweldige plek,
Was je aan het drinken?
Was u de hele nacht hier?
Ik besefte niet dat je het serieus meende.
Wat zoudt ge doen als ge rijk waart?
Ge waart laat zeker?
Een man die je wilde zien, kwam terwijl je weg was.
- Waart ge gisteren thuis?
- Was je gisteren thuis?
Wat zoudt ge doen in mijn plaats?
- Met wie praatte je zonet?
- Wie was dat waar je net mee praatte?
- Ik wist niet dat je een tandarts was.
- Ik wist niet dat u een tandarts was.
- Waar was je gisteren om half drie?
- Waar was u gisteren om half drie?
- Waar waren jullie gisteren om half drie?
Tom zegt me dat je zijn assistent bent.
anderen vochten voor Frankrijk, terwijl jij thee zat te drinken in Engelse tuinen."
- Waar waren jullie?
- Waar ben je geweest?
- Waar was je?
- Waar zijn jullie geweest?
Waar was u op de avond van de twintigste oktober?
- Ik herinnerde me dat je mijn broer was.
- Het schoot me binnen dat u mijn broer was.
- Geloofde u in de Kerstman toen u een kind was?
- Geloofde jij in de Kerstman toen je een kind was?
Wanneer je twee jaar oud was, kon je al tot tien tellen.
Hebben jullie Frans leren praten, toen jullie kinderen waren?
- Wat zoudt ge doen in mijn plaats?
- Wat zoudt gij doen in mijn plaats?
- Wat zou je in mijn plaats doen?
- Wat zou jij in mijn plaats doen?
Hoe was je relatie met je vader toen je een kind was?
Jij was op het platteland.