Examples of using "Faits" in a sentence and their dutch translations:
Feiten zijn feiten.
Dit zijn feiten.
Al mijn huiswerk is klaar.
Hij ontkende dat feit.
Ik wil feiten.
We willen de feiten kennen.
de feiten terzijde.
De waarden vermalen de feiten
Hier de feiten over het klimaat.
Deze schoenen zijn gemaakt in Italië.
feitelijk een digitaal panopticum.
dat discussie over die feiten een persoonlijke aanval wordt.
Er zijn een paar feiten die de Mons plan als list.
Meningen zijn geen feiten.
Al het speelgoed is van hout.
Zijn theorie berust op tal van feiten.
wil men leds met een hoger rendement ontwikkelen,
Ze kwam voorbereid naar de les,
...en ik ben trots op je keuzes.
Het was nooit de bedoeling dat mensen eeuwig zouden leven.
Ik verdenk Eldad ervan dat hij al mijn doen en laten volgt.
Ik vind het belangrijk hem de feiten te vertellen.
Boter en kaas worden uit melk gemaakt.
Maar het blijft een gegeven dat er geen enkele juiste projectie is.
We moeten nog alle feiten te weten komen.
Feiten houden niet op te bestaan omdat ze genegeerd zijn.
En waarom zou ik feiten leren in een schoolsysteem
heeft geleid tot een broodnodige nadruk op het controleren van de feiten.
is gemaakt van iets dat totaal verschilt van jou en mij.
en we onderwijzen feitencontroleurs over de hele wereld.
Wij zijn voor elkaar bestemd.
Hij is blij met de vorderingen die hij de laatste tijd gemaakt heeft.
Het is gebaseerd op echte gebeurtenissen.
- Zie de feiten onder ogen!
- Erken de realiteit!
- Leg je bij de feiten neer!
Deze broek is uit duurzame stof vervaardigd.
Mensen kunnen niet eeuwig leven.
dat de mythen over vlees, eieren en zuivel, feiten zijn.
De eerste eieren werden twee maanden geleden gelegd... ...en nu beginnen ze uit te komen.
Kaas en boter zijn melkproducten.
Dus nogmaals, we hebben een mix van feit en fantasie in het verhaal, en je moet gewoon proberen
Ben je al gewend aan Japans eten?