Examples of using "Den" in a sentence and their dutch translations:
Onder de piano ligt een flesje bier; al wie er van drinkt, stinkt!
- Iene miene mutte, tien pond grutte, tien pond kaas, wie is de baas?
- Onder de piano lag een ei, in dat ei daar zat een brief, waarop te lezen stond wie is uw lief?
- Onder de piano ligt een flesje bier; al wie er van drinkt, stinkt!
- Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn erin gekropen.
De gesloten kust, vanaf Den Helder tot Hoek van Holland, is opgebouwd uit de al eerder beschreven rij van strandwallen en duinen.