Examples of using "Pisse" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet pissen.
Ik kijk op je neer.
Het regent pijpenstelen.
Ik moet pissen.
- Het regent pijpenstelen.
- Het regent dat het giet.
- De regen valt met bakken uit de hemel.
- Het regent pijpenstelen.
- Het regent dat het giet.
- De regen valt met bakken uit de hemel.
- De regen valt met bakken naar beneden.
- Het regent keihard.
- Het regent pijpenstelen.
- Het regent dat het giet.
- Het hoost.
- Het giet.
- Het regent keihard.
- Het regent enorm.
- Iene miene mutte, tien pond grutte, tien pond kaas, wie is de baas?
- Onder de piano lag een ei, in dat ei daar zat een brief, waarop te lezen stond wie is uw lief?
- Onder de piano ligt een flesje bier; al wie er van drinkt, stinkt!
- Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn erin gekropen.