Translation of "Chiffre" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Chiffre" in a sentence and their dutch translations:

Sept est un chiffre porte-bonheur.

- Zeven is een gelukbrengend getal.
- De zeven is een geluksgetal.

Le sept est un chiffre porte-bonheur.

Zeven is een gelukbrengend getal.

Pourriez-vous me donner un chiffre approximatif ?

Kunt u mij een schatting geven van het aantal?

N'augmente que de la moitié de ce chiffre,

neemt maar half zo snel toe,

À mon avis, il faut un chiffre asymétrique.

Volgens mij moet het een asymmetrische versleuteling hebben.

Thomas a doublé son chiffre d'affaires en trois ans.

Tom heeft zijn omzet in drie jaar verdubbeld.

Le chiffre est au nombre ce que la lettre est au mot.

Een cijfer is voor een getal, wat een letter is voor een woord.

Le chiffre d'affaires a fortement augmenté mais, curieusement, notre bénéfice est resté le même.

De omzet is sterk gestegen maar onze winst is, merkwaardig genoeg, gelijk gebleven.

Un nombre est divisible par 2 si le dernier chiffre de ce nombre est 0, 2, 4, 6 ou 8.

Een getal is deelbaar door 2 als het laatste cijfer van dat getal 0, 2, 4, 6 of 8 is.