Examples of using "Avenir" in a sentence and their dutch translations:
- Denk aan je toekomst.
- Denk aan jullie toekomst.
- Denk aan uw toekomst.
- Je hebt een zonnige toekomst.
- Je hebt een hoopvolle toekomst.
- Je hebt een rooskleurige toekomst.
- Je hebt een zonnige toekomst in het verschiet.
- Je hebt een zonnige toekomst voor je liggen.
hun hoop, hun toekomst.
Jouw toekomst begint vandaag.
Denk aan uw toekomst.
hoe onze toekomst eruitziet.
en onze klimaattoekomst daarmee ingrijpend veranderen.
De kinderen zijn onze toekomst.
Je moet je voorbereiden op de toekomst.
Je hebt een rooskleurige toekomst.
Tom maakt zich zorgen over zijn toekomst.
We discussiëren dikwijls over onze toekomst.
- Heb je het gevoel dat je toekomst hopeloos is?
- Hebt u het gevoel dat uw toekomst hopeloos is?
Deze problemen zullen in de nabije toekomst worden opgelost.
Maar we hebben ook behoefte aan een visie op een betere toekomst --
en onze visie op een betere en mooiere toekomst verduisterden.
Op korte termijn zult u betreffende dit onderwerp uitgebreid geïnformeerd worden.
die met een cape haar superheld-toekomst tegemoet vloog.
- Volgens mij zal Tom waarschijnlijk in de nabije toekomst naar Boston gaan.
- Ik denk dat Tom binnenkort naar Boston zal gaan.
- Volgens mij zal Tom waarschijnlijk in de nabije toekomst naar Boston gaan.
- Ik denk dat Tom binnenkort naar Boston zal gaan.