Examples of using "Appel" in a sentence and their dutch translations:
Laten we bellen.
Laten we bellen.
Ik wacht op zijn telefoontje.
- Dit gesprek is gratis.
- Deze oproep is gratis.
- Dit telefoontje is gratis.
Ik heb een hulpkreet gehoord.
Ik maak enkel het verzoek
Ik wacht op een zeer belangrijk telefoontje.
Hij hoorde hulpgeroep.
Ik heb een hulpkreet gehoord.
en met een beroep op die hoedanigheid
Eindelijk hoort de pup een bekend geroep.
Tom kreeg een telefoontje van het ziekenhuis.
Tom kreeg een telefoontje van het ziekenhuis.
en een beroep doen op een van onze oudste krachten.
Bedankt voor het bellen.
Ik moet alleen even bellen.
Hij voegt iets toe aan zijn roep.
Ik heb gebeld.
En stelt hoge eisen. Zijn roep heeft iets speciaals.
Sorry dat ik stoor, maar er is iemand aan de telefoon voor je.
Sorry dat ik stoor, maar er is iemand aan de telefoon voor je.
Toen Napoleon rechtstreeks een beroep op hem deed als de held van Borodino, nam Ney de noodlottige
Ik moet alleen even bellen.
Is hij klaar met telefoneren?