Examples of using "Olutta" in a sentence and their dutch translations:
- Drinken jullie bier?
- Drink jij bier?
- Drinkt u bier?
Ik hou van bier.
Twee biertjes, alsjeblieft.
- Hij dronk bier.
- Hij dronk een biertje.
Heb je bier?
Welk bier drinken jullie?
Ik drink zelden bier.
Tom drinkt geen bier.
Heb je bier?
Tom drinkt nooit bier.
Drink geen bier vooraleer te gaan slapen.
Hij dronk drie flessen bier.
Mag ik een glas bier hebben, alstublieft?
Ik zou op dit moment wel een biertje lusten.
Tom drinkt thuis nooit bier.
Eén ging mee bier drinken en de anderen kwamen in de cel terecht.
Is er nog meer bier?
Ik zou heel graag een koud glas bier willen hebben.
Zou u nog een glas bier willen hebben?
Hij dronk drie flessen bier.
Heb je bier?